Mijn aanpak

De behandeling door artsen en medisch specialisten blijft voor tal van ziektes noodzakelijk.

Hypnotherapie kan hierbij ondersteunend zijn en biedt de patiënt inzicht in de effecten van eigen handelen en kwaliteiten ten bate van het herstelproces.

Het resultaat is bij sommige klachten of problemen klachtenvrij worden, en bij andere klachten vermindering hiervan of er beter mee kunnen omgaan.

Als hypnotherapeut ben ik gespecialiseerd in de toepassing van hypnotherapie. Dit is een behandelmethode, waarbij trance (oftewel hypnose) gebruikt wordt om op onbewust niveau veranderingsprocessen in gang te zetten die de klacht oplossen of verminderen.

In mijn sessies wordt veelal gezocht naar de oorzaak van het probleem waarmee de cliënt komt. Alleen gedragsverandering is meestal onvoldoende, en vaak al geprobeerd. Inzicht is belangrijk, maar niet voldoende. Als de oorzaak in hypnose wordt verwerkt en naar het werkgeheugen gehaald wordt, kan de herinnering opnieuw worden opgeslagen als ‘onschadelijk’. Immers: het gebeurde is voorbij. Daardoor verminderen of verdwijnen de klachten.

Doordat ik samen met mijn collega- hypnotherapeuten goede resultaten met onze cliënten heb bereikt met deze technieken en door wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de behandeling met hypnose kunnen wij concluderen dat veel klachten in aanmerking komen voor behandeling met hypnotherapie.

Hieronder een greep uit de lijst van klachten, waarvan in de praktijk is gebleken dat deze zinvol behandeld kunnen worden met hypnotherapie:
o Afleren van ongewenst gedrag
o Angsten, fobieën
o Burn out
o Concentratie- en geheugenproblemen
o Depressieve gevoelens
o Emotionele uitbarstingen
o Inzicht krijgen in eigen mo­ge­lijkheden
o Nervositeit en spanning
o Pijnklachten
o Psychosomatische klachten, bijvoorbeeld maag­- en darmklachten, PDS, hyperventileren, tinnitus
o Seksuele problemen
o Slaapproblemen
o Stress
o Traumaverwerking

Ook is hypnotherapie nuttig bij:
o Versterken en/of ondersteunen van een genezingsproces
o Trainen van vaardig­he­den